Zondag 19 augustus, Zion National Park en de kracht van water

19 augustus 2012 - Virgin, Utah, Verenigde Staten

En dus reden we voor 9 uur weg, terug naar Springdale, waar we parkeerden en de shuttle namen naar Zion National Park. Daar stapten we over op de park shuttle. We wilden graag op verschillende plekken wat korte wandelingen maken om zo een indruk te krijgen van Zion. De parkweg leidt tot waar de canyon van de Virgin river zich versmalt. Langs de parkweg zijn verschillende haltes en vanaf al die haltes leiden dan diverse wandelingen, variërend in lengte en moeilijkheidsgraad, het park in. Er kwam ongeveer om de 6 a 10 minuten een bus langs en meestal was er voldoende plek om te gaan zitten. Tijdens de rit werd er informatie gegeven over wat er te zien was.
Na alle parken die we hebben gezien was Zion toch weer anders dan de rest. Inmiddels heb ik al zoveel geschreven over alle parken dat het bijna cliché wordt, maar ik ga toch proberen Zion te omschrijven. 
Zion is mooi, de eerste indruk, het eerste "wow"-gevoel was, wat mij betreft, eigenlijk al gisteren, op het stuk na de tunnel. Scherpe, harde rotsen, ondanks de warme, rode kleuren toch veel ongenaakbaarder dan Capitol Reef of Bryce, vanwege de vorm. En toch vond ik Zion, althans dit deel van Zion, lieflijker. De Virgin River creëert in de door haar uitgeslepen canyon zo'n weelderige begroeiing, dat het haast paradijslijk aandoet. Het deed ons een beetje denken aan Zuid-Frankrijk. De wanden van de canyon deden qua formaat denken aan de Ardeche en de Verdon, de begroeiing en de sfeer ook aan de Ceze en de Hérault. 
Wat het weer heel Amerikaans maakt is in dit geval vooral hoe gemakkelijk het je wordt gemaakt dit park te ontdekken. De bus, de informatie, de toiletten, de restaurants en winkels en de vele bewegwijzerde trails, waarbij de allereenvoudigste en meest populaire zijn voorzien van betonplaten, zodat ook gehandicapten een goede indruk kunnen krijgen van dit bredere deel van de canyon. Vanaf het eindpunt van de bus vertrekt bijvoorbeeld de Riverside Walk, over een nagenoeg vlak pad van ongeveer anderhalve kilometer langs de oever van de rivier. Een populaire wandeling, wij kozen hem ook. Ondanks de drukte liepen de herten (mule deer) vlak langs het pad. Er waren superveel, heel brutale squirrels, waarschijnlijk dankzij de drukte. Zodra je je tas neerzette liep je kans dat er eentje in dook en als je een koekje at, sprongen ze bijna op je. Voeren is streng veboden (op straffe van een boete van 100 dollar en als je het iemand ziet doen mag je hem aangeven). Bovendien schijnen ze lelijk te kunnen bijten, dus Evren bedwong de neiging om ze te aaien, ondanks dat dit een lang gekoesterde wens is. Het pad eindigt waar de wanden van de canyon zo dicht bij elkaar komen dat er geen oever meer is om een pad te maken. Daar startte de vogende trail: de Narrows. Voor die wandeling moet je herhaaldelijk de rivier oversteken om aan de overkant te kunnen komen en daar verder te lopen tot het allersmalste deel. Deze wandeling is ook geliefd, maar er werd ook gewaarschuwd voor een mogelijk gevaar. Stortregens, zelfs als die veel verder stroomopwaarts plaatsvinden, kunnen een plotselinge vloed doen ontstaan, waardoor je meegesleept kunt worden door de rivier. In augustus komen heel vaak (onweers-) buien voor, al is dat meestal pas na de middag. Of dat de reden is waarom wij de Narrows niet liepen weet ik niet zo goed. We hebben de waarschuwingen eerder al gelezen bij bijvoorbeeld Capitol Reef en er ook een beetje om gelachen. "Dat moeten ze wel steeds benoemen, anders worden ze achteraf aangeklaagd omdat ze onvoldoende hebben gewaarschuwd". 
Waarschijnlijk speelde de warmte mee, bij 40 graden een eind lopen lukt niet iedereen. En het feit dat we er onvoldoende op voorbereid waren, geen waterschoenen mee bijvoorbeeld. We liepen de Riverside Walk weer terug en namen de shuttle naar Weeping Rock. Daar namen we het korte, ietwat steile pad omhoog naar " de huilende rots". Een overhangende rotswand die drupt van het vocht dat door de canyonwand naar de rivier sijpelt. Door dat vocht groeien er allerlei planten tegen de wand, hanging gardens, wordt dit genoemd. Pas op op de weg terug naar beneden zagen we het mannetjeshert met gewei, dat een stukje onder de trap lag te rusten.
De volgende stop was bij Zion Lodge. Daar dronken we even iets anders dan water, aten de broodjes die we hadden meegenomen voor de lunch en vulden we onze flessen weer. We zaten op het heerlijk koele grasveld voor de Lodge, in de schaduw van een flinke boom. Het gras nodigde uit tot het maken van koprollen, handstand, radslagen en zelfs op het hoofd staan (uiteraard alleen voor hen die jong van lijf en leden waren, dit is inclusief Sandra en Boudewijn). Vlak voordat we weggingen leunde Evren met haar handen achterover in het gras en duwde daarbij per ongeluk op een wesp, waardoor ze dus gestoken werd. Gelukkig op een plek die gemakkelijk uitgezogen kon worden. We hadden ook nog wat ijs in onze bekers van de drankjes die we hadden gedronken. Waarschijnlijk hebben we daarmee voorkomen dat het enorm dik werd.
Na dit vervelende voorval gingen we de trail naar de Emerald Pools doen. Nog maar net op weg zagen we een groepje mensen stil staan en foto's maken. Meestal betekent dit dat er een dier of zo in de buurt is. In eerste instantie zagen we niets, maar het onderwerp van de belangstelling bleek slechts 10 cm groot te zijn. Het was een spin (een vogelspin), dus zo bekeken was 10 cm best wel weer groot. Natuurlijk maakten ook wij foto's, tenslotte kom je niet elke dag een vogelspin tegen tijdens je wandeling. Al namen sommigen in ons gezelschap liever een klein tussensprintje. 
De Lower Emerald Pool was vrij snel bereikt. Ook hier valt een watergordijn van de rots af, en dat wordt opgevangen in een bekken in het rotsplateau eronder.
Inmiddels was het behoorlijk warm geworden. Niet iedereen liep daarom mee  naar de Middle Emerald Pool. Vandaar was het pad naar de Upper Emerald Pool in eerste instantie lastig te vinden. Inmiddels gutste het zweet van onze lijven. We besloten om de Upper Pool te laten voor wat het was en keerden terug. 
De vogelspin zat nog op hetzelfde plekje als 45 minuten daarvoor. Bijna alsof hij er door een parkwachter was neergezet met de opdracht te blijven zitten tot hij was opgehaald. De mensen die voor ons liepen zagen hem niet en stonden er bijna bovenop. Ze schrokken toen wij ze op het dier wezen en gingen vervolgens... foto's maken.
Eenmaal weer "beneden" namen we de bus terug naar de hoofdingang.
De shuttle en de parkweg zijn perfect om een indruk van dit centrale deel van Zion te krijgen. Voor het noordelijk deel, met onder andere Kolob Arch, zouden we de Interstate 15, die ten westen van het park loopt, in noordelijke richting moeten nemen. Dat zou nog een aardige trip zijn geweest, dus dat deden we niet meer. Na nog een bezoek aan het visitor center pakten we de shuttle naar Springdale en reden we met de campers terug naar Zion River Resort om daar nog even heerlijk te zwemmen.
De lucht was intussen aardig betrokken en het leek erop dat de onweersbuien ons vandaag een keer niet zouden passeren. Al snel werd iedereen uit het zwembad gehaald en niet lang daarna begon het ontzettend hard te regenen.
Toen de bui over was gedreven en het weer droog was, keken we of de Virgin River nu breder was. Nou, het water leek wel wat sneller te stromen en het was wat donkerder van kleur geworden. We romnelden wat in en rond de campers (zwemmen mocht nog niet, pas dertig minuten na de laatste klap of flits, ook al was dat verder weg) en wilden net zo'n beetje aan het eten beginnen, toen plotseling een auto met behoorlijke snelheid de campground op kwam scheuren. Groepjes mensen begonnen zich naar de dijk te haasten, al dan niet met een fototoestel. ook wij klommen op het dijkje en... die chocoladebruine modderstroom van gisteren was een woest kolkende rivier geworden, over de volle breedte van de bedding, boomstammen meesleurend in zijn vaart. Je hoorde, behalve het stromen en kolken van het water ook een dof geromnel, van de keien en stenen die meegesleurd werden. Ongelooflijk wat een natuurgeweld en in zo'n korte tijd! Dit was dus  "flooding"...
We liepen het dijkje verder af, naar waar de rivier een bocht maakte. Daar was de kracht van het water nog beter zichtbaar. Ik moest even denken aan alle mensen die vandaag The Narrows gingen lopen en hoopte maar dat ze allemaal op tijd waren geweest en niet door water overvallen.
Nog een stukje verderop was het nat aan de "verkeerde" kant van de dijk, de kant van de campground dus. Het water leek op te wellen uit de grond, je zag het op 1 plek opborrelen. Op de een of andere manier was het wel het water uit de rivier, want er spartelden 2 visjes op het gras. Die hebben wij toen maar opgepakt en in de rivier teruggegooid. Hopelijk hebben ze dat overleefd. 
Op de brug van Highway 9 hadden zich wat "locals" verzameld om te zien hoe het water er, zo leek het, maar net onderdoor paste. Een aantal kampeerders was aan het inpakken, viel ons op. Op onze vraag of het gevaarlijk was en of ze daarom weggingen zeiden ze: nog niet, maar we willen klaar zijn voor als dat nodig is. 1 persoon liep behoorlijk nerveus te doen. Net toen wij hadden besloten om even navraag te doen bij de receptie, kwam hij ook binnenstormen . " Rachel, you better start warning everybody." Rachel,  een stevige jongedame, wees hem kordaat zijn plek: " Gerry, I don't want to be rude, but there's no reason to panic". 
Gerry droop weer af en aan ons vertelde ze dat dit heel normaal was, dat ze de boel zeer goed in de gaten hielden ( en terwijl ze dat zei kwam er een berichtje binnen over haar portofoon; " North Fork just went down 1,5 feet"), dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat het mis zou gaan, maar als het mis ging, zouden ze op tijd mensen waarschuwen en dan zou er meer dan genoeg tijd zijn om rustig te evacueren. In dat geval waren er ook evacuatieplaatsen beschikbaar. Er werd goed op onze veiligheid gelet. "Als het moet blijf ik de hele nacht hier, ook al is het morgen mijn eerste schooldag", voegde ze er nog aan toe. Ze zei dit met een gezicht alsof ze hoogstpersoonlijk het water zou kunnen stoppen (en gelet op haar proporties, zou haar dat misschien nog wel lukken ook!).We waren dus volkomen gerustgesteld.
De mannen haastten zich vervolgens terug naar de brug, waar ze verder wilden filmen. De moeders beperkten zich tot af en toe  het dijkje opklimmen om even te kijken, en ondertussen toch ook maar iets aan het eten doen. De meiden keken soms mee, maar gingen al snel weer verder met hun eigen zaken.
Om ons heen vertrokken toch enkele gasten, anderen zochten een ander plekje. De meeste mensen bleven staan en er kwamen ook nog nieuwe mensen binnen. Al met al was het steeds al erg rustig geweest, waarschijnlijk omdat de scholen hier maandag dus weer beginnen.
De mannen kwamen terug met wat info: een klein stukje stroomafwaarts voegde zich een zijrivier bij de Virgin River, komend vanaf Kolob Reservoir. Het schijnt dat daar de enorme hoeveelheid water vandaan kwam. Ze hadden nog even met de buren gesproken (mensen met een seizoensplaats), hij wilde niet weg maar zijn vrouw stond erop. Ook zij kozen overigens uiteindelijk eerst een ander plekje, de volgende ochtend waren ze er nog, net als "Gerry", die wij bij ons vertrek naar de wasserette zagen lopen, om zijn was te gaan doen.
We spraken ook nog mensen die net aan waren gekomen en nog moesten inchecken. Zij hadden op de brug gehoord dat wandelaars inderdaad behoorlijk overvallen waren door het water en dat een mevrouw in de haast om zich uit de voeten te maken daarbij nog iets gebroken had.
We praaatten nog even door met dit gezin, Nederlanders die 11 jaar geleden uit Purmerend vandaan naar Canada waren getrokken en nu in Vancouver woonden. Zij trokken al een tijdje rond ( een week of 5) en zouden zo half september weer richting huis gaan. Hun kinderen werden "home scholed" die keuze is er in Canada, dus maakte het niet zoveel uit. De reden dat ze weer eens op huis aan gingen was vooral praktisch; er moest ook weer eens gewerkt worden. Zij had paarden en gaf rijlessen aan kinderen. Hij restaureerde oude auto's en bouwde hotrods, samen runden ze ook nog een bed&breakfest. Ze hadden een moestuin en wat kippen en hadden verder ook niet zo heel veel nodig. Grappig, dat zo'n stijgende rivier ineens leidt tot een dergelijk gesprek... Het water leek alweer iets te zakken trouwens.
Uiteindelijk gingen we toch eten. Na het eten maakten we een kampvuur met het laatste hout en voor onze laatste marshmallows. Toen de laatsten naar bed gingen was her water nog verder gezakt...

2 Reacties

  1. Lia:
    21 augustus 2012
    wat een spannend verhaal deze keer.
  2. Sylvia Huijsmans:
    22 augustus 2012
    Wat spannend en mooi tegelijk.
    Een hele belevenis.
    Liefs Sylvia.